Internetverkeer is niet mogelijk zonder dat computers de weg kennen naar andere computers. Hoe kan anders e-mail van de ene naar de andere computer worden gestuurd? Ook het opzoeken van websites is niet mogelijk zonder een routebeschrijving voor jouw browser waar deze de website kan vinden.
Daarom maakt internet gebruik van een soort postcodesysteem. De postcodes zijn echter niet opgebouwd uit makkelijk te onthouden woorden of cijfers: er worden IP-adressen gebruikt, die er bijvoorbeeld zo: '91.184.8.50' of zo: '2a00:1450:4013:c01::5e' uitzien. Deze adressen corresponderen met een unieke plek op internet.
Dit IP-adres is echter niet makkelijk te onthouden. Het zou niet handig zijn om een IP-adres in te tikken wanneer je de website van Hostnet wilt bezoeken. Daarom is er een systeem in gebruik dat IP-adressen vertaalt naar 'hostnames' en vice versa. Dit systeem heet Domain Name System (DNS).
DNS maakt gebruik van een aantal regels, records genoemd. Deze regels worden opgeslagen in de zonefile van een domein. Hieronder lees je hoe die vertaling van verschillende regels van een domeinnaam werkt. Ook zie je een overzicht en uitleg van de meest voorkomende DNS-records.
De werking van het Domain Name System
Wanneer je in je browser een website opvraagt, bijvoorbeeld www.hostnet.nl, worden er op de achtergrond verschillende verzoeken naar servers over de hele wereld gestuurd om uiteindelijk de juiste website te tonen. Je kunt dit proces vergelijken met het zoeken van de juiste route naar de gewenste eindbestemming.
Wanneer je de website van Hostnet wilt bezoeken, moet je browser de route naar www.hostnet.nl vinden. Je browser begint bij het achterste gedeelte van de domeinnaam. In geval van www.hostnet.nl begint je browser dus bij de extensie; .nl.
Stap 1 - De rootservers
Je computer begint altijd met het opvragen van informatie op dezelfde locatie. Dit zijn de servers van de Top Level Domains: de rootservers.
Jouw computer stuurt een verzoek naar de rootservers met de vraag: waar vind ik de nameservers voor .nl? Hiermee wordt naar de volgende stap in de route gevraagd.
Stap 2 - De DNS-servers van een .tld
Het antwoord hierop is: voor .nl domeinnamen moet je verder zoeken op de server ns3.nic.nl. Ns3.nic.nl kun je hier beschouwen als de telefoongids voor alle .nl domeinnamen.
Stap 3 - De nameservers van een domein
Je computer stuurt vervolgens een verzoek naar de server ns3.nic.nl met de vraag: wat zijn de nameservers van hostnet.nl?
Het antwoord is vervolgens: de nameservers voor hostnet.nl zijn ns1.hostnetbv.nl en ns2.hostnetbv.nl.
Stap 4 - De zonefile
Jouw computer stuurt vervolgens een verzoek naar de server ns1.hostnetbv.nl met de vraag: Waar staat hostnet.nl? Is ns1.hostnetbv.nl niet bereikbaar? Dan stuurt hij hetzelfde verzoek naar ns2.hostnetbv.nl.
Binnen de nameservers ns1.hostnetbv.nl en ns2.hostnetbv.nl is een zonefile opgeslagen. In deze zonefile is de locatie van de website opgeslagen: hostnet.nl staat op 91.184.8.50.
Stap 5 - De webserver
Met deze stap krijgt je computer de laatste instructies: de website van hostnet.nl staat op de computer met adres 91.184.8.50.
Je browser maakt vervolgens contact met de computer (webserver) die te vinden is op 91.184.8.50. Hier vindt je browser de website van Hostnet.
Verschillende DNS-records
Binnen de zonefile van een domein zijn meerdere typen DNS-records aanwezig.
Bij het versturen van een e-mail naar een e-mailadres van het domein hostnet.nl, bijvoorbeeld helpdesk@hostnet.nl, volgt je computer dezelfde route. Bij de laatste stap, waarbij in de zonefile wordt gekeken, krijgt je computer echter een ander antwoord. In de zonefile staan namelijk andere records voor e-mailverkeer. Meer weten? Bekijk dan de handleiding over veelvoorkomende DNS-records.